Dit woord wordt in het moderne Westen zeer slecht begrepen, evenals de leer die in het oude Griekse woord metempsychose is vervat. Beide worden tegenwoordig, als gevolg van een algemeen heersend onbegrip van de oude literatuur, geacht te betekenen dat de menselijke ziel op zekere tijd na de dood verhuist naar het dierenrijk en op aarde wordt herboren in het lichaam van een dier.
De werkelijke betekenis van deze uitspraak in de oude literatuur slaat op het lot van wat theosofen de levensatomen noemen (zie aldaar), maar ze heeft beslist geen betrekking op de bestemming van de menselijke ziel, als een entiteit.De theosofie aanvaardt alle aspecten van de oude leer, maar verklaart en interpreteert ze. Onze leer is “eens een mens, altijd een mens”, tenzij we het geval van een “verloren ziel” (zie aldaar) behandelen. De menselijke ziel kan evenmin overgaan en incarneren in het lichaam van een dier als het psychische apparaat van een dier kan incarneren in menselijk vlees. Waarom? Omdat in het eerste geval het dierlijke voertuig de menselijke ziel in het geheel geen mogelijkheid biedt voor het tot uitdrukking brengen van de geestelijke en intellectuele en psychische krachten en vermogens en neigingen die een mens tot mens maken. Evenmin kan de ziel van het dier een menselijk lichaam intreden, omdat de onoverbrugbare kloof van psychische en intellectuele aard die de twee rijken scheidt, iedere zodanige overgang van het ene rijk naar het andere, dat daaraan in alle opzichten superieur is, verhindert. In het eerste geval bestaat er voor de mens geen aantrekking tot de dieren, en in het laatste geval is het voor het onvolmaakt ontwikkelde dierenverstand en de onvolmaakt ontwikkelde dierenziel onmogelijk een geschikt tehuis te vinden in wat voor het dier een waarlijk goddelijke sfeer is, die het eenvoudig niet kan betreden.
Transmigratie heeft echter een specifieke betekenis als het woord wordt toegepast op de menselijke ziel: de levende entiteit verhuist of gaat over van de ene toestand naar de andere, of van het ene gebied naar het andere, naar gelang van de omstandigheden, of dit laatste zich in de onzichtbare rijken van de natuur of in de zichtbare rijken bevindt, en of de toestand hoog of laag is. De specifieke betekenis van dit woord houdt daarom niets anders in dan een verandering van toestand of gebied, een verhuizing van de levende entiteit van het ene naar het andere, maar altijd in omstandigheden of toestanden die beantwoorden aan en passen bij de menselijke waardigheid.
Toegepast op de levensatomen, waarop de waarnemingen van de lagere gebieden van de natuur door de Ouden betrekking hebben, betekent Transmigratie in het kort, dat de speciale levensatomen die te zamen de lagere beginselen van de mens vormen, bij de verandering die men de dood noemt, naar andere lichamen verhuizen of overgaan, waartoe deze levensatomen door een overeenkomstige ontwikkeling worden aangetrokken — hetzij deze aantrekkingskracht groot of gering is; en ze is gewoonlijk gering omdat hun eigen evolutionaire ontwikkeling als regel verre van gevorderd is. Niettemin moet niet worden vergeten dat deze levensatomen de innerlijke — en uiterlijke — voertuigen of lichamen van de mens vormen en dat er dientengevolge verschillende graderingen of klassen van deze levensatomen bestaan, van het stoffelijke omhoog (of naar binnen zo u wilt) naar het astrale, zui¬ver vitale, emotionele, mentale, en psychische.
Dit is, in algemene bewoordingen, de betekenis van Transmigratie. Het woord betekent niets meer dan hierboven is geschetst en reikt niet verder. Maar de leer met betrekking tot de bestemming van de entiteit wordt verder ontwikkeld in de leer die samenhangt met het woord metempsychose (zie aldaar).