De universele natuur, onze grote Ouder, bestaat onlosmakelijk in ieder van ons, in iedere entiteit, overal, en het is niet mogelijk een deel van het geheel, het individu van de kosmos te scheiden, behalve in zuiver denkbeeldige zin. Dit toont ons met onfeilbare zekerheid het verheven Pad naar de volstrekte Werkelijkheid en leidt ons daar ook heen.
Het is het Pad naar binnen, steeds verder binnenwaarts, een eindeloos Pad dat naar uitgestrekte innerlijke gebieden van wijsheid en kennis voert; want zoals alle grote wereldfilosofieën ons terecht zeggen, als u uzelf kent, kent u het heelal, omdat ieder van u er een onafscheidelijk deel van is en het in u, zijn kind, is.Deze laatste gedachtengang maakt het duidelijk dat het enige essentiële verschil tussen twee klassen van evoluerende entiteiten die de kosmos bewonen en samenstellen, een verschil van bewustzijn, van begrip is; en dit bewustzijn, dit begrip verwerft een evoluerende entiteit slechts op één manier — door de intrinsieke vermogens of krachten van haar eigen innerlijk wezen te ontwikkelen of te ontvouwen. Dit is het Pad, zoals de mystici van alle tij¬den hebben gezegd.
Het Pad is in uzelf. Er is voor u individueel geen ander Pad dan het Pad dat steeds binnenwaarts leidt, naar uw eigen innerlijke god. Het Pad van een ander is datzelfde Pad voor die ander; maar het is niet uw Pad omdat uw Pad uw Zelf is, zoals het voor die ander zijn Zelf is; en toch, wonder der wonderen, mysterie der mysteriën, is het Zelf in iedereen gelijk. Allen gaan hetzelfde Pad, maar ieder mens moet het zelf betreden en niemand kan dat voor een ander doen. Dit Pad leidt naar onuitsprekelijke luister, naar onuitsprekelijke verruiming van bewustzijn, naar ondenkbaar geluk, naar volmaakte vrede.
