Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 24-09-2019

Saltationisme

betekenis & definitie

Stroming in de evolutiebiologie die stelt dat evolutie verloopt via grote sprongsgewijze veranderingen in de verschijningsvorm van soorten

Het saltationisme was populair tot in het begin van de 20ste eeuw. Nieuwe soorten zouden ontstaan door grote fenotypische veranderingen, geïnduceerd door het milieu, kruisingen of hybridisaties. Men noemde die veranderingen “mutaties”, vandaar dat saltationisme te zien is als een vorm van mutationisme. Darwin daarentegen stelde dat evolutie plaatsvindt door natuurlijke selectie werkend op kleine fenotypische verschillen. Het principe van Darwin, ook genoemd selectionisme, leidt tot gradualisme, het tegenovergestelde van saltationisme. In de tijd van Darwin had men nog geen idee over erfelijkheid, daarom kon het verschil van inzicht tussen selectionisten en mutationisten blijven bestaan.

In het begin van de 20ste eeuw werden de wetten van Mendel herontdekt, o.a. door de Nederlandse bioloog Hugo de Vries. De proeven met teunisbloemen die De Vries deed leken aanvankelijk het mutationisme te bevestigen. De Vries stelde in zijn boek “Mutationstheorie” dat nieuwe soorten ontstaan door mutaties met grote effecten op het fenotype. Vanaf ongeveer 1920 werden de wetten van Mendel in verband gebracht met de theorie van Darwin, in de “Moderne Synthese”, die selectionisme en mutationisme met elkaar verzoende.

Een latere vorm van saltationisme werd gepropageerd door de Duits-Amerikaanse geneticus Richard Goldschmidt die stelde dat evolutie werkt via macromutaties die leiden tot “hoopvolle monsters”, dat wil zeggen fenotypes met een sterk afwijkende verschijningsvorm waarvan sommige overleven en een nieuw evolutionaire lijn vestigen.

In de jaren 70 poneerden Stephen J. Gould en Niles Eldredge hun model van evolutie via “gepunctueerde equilibria”, een vorm van saltationisme die werkt via snelle evolutionaire veranderingen in beperkte tijdsvensters.
.