Ecosysteem - zie eerste en tweede citaat.
Ecosysteem: het geheel van op elkaar betrokken levende organismen dat op basis van het levenloze milieu functioneert. Keesings Woordenboek voor natuur en milieu, 1981
Ecosysteem. Duidelijk onderscheidbare eenheid in de biosfeer, bijv. een bos, plas, heide, weiland of rivier (‘biotoop’) mèt de daarin thuishorende planten en dieren (de ‘levensgemeenschap’ of ‘biocoenose’). Het is een zelfregulerend systeem dat in stand wordt gehouden door allerlei wisselwerkingen tussen abiotische (niet-levende) en biotische (levende) factoren. drs. René Heijnis: Prisma van het milieu, 1990
Zo is het mogelijk dat het gereorganiseerde stedelijke eco-systeem zelf meer en meer de belichaming is geworden van die angstcultuur. René Boomkens: De angstmachine, 1996
Barry Lopez noemt in zijn boek de noordpool een ‘inherent kwetsbaar ecosysteem’. Elsevier, 26-04-97