NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Witt, willem de (2)

betekenis & definitie

WITT (Willem de) (2), geb. te Dordrecht 31 Oct. 1633; gest. ald. na 1676; derde zoon van Johan (3) de Witt (kol. 1458) en Belia Stockmans. Hij had eenig aandeel aan de regeering zijner stad; hij was hier schepen in 1666, 1667, 1671 en 1672. Ook werd hij meerdere malen gedeputeerd ter Staten van Holland. In 1655 volgde hij zijn vader op als ontvanger-generaal van den tol te Geervliet. In 1664 werd hij hoogheemraad van Mijnsheerenland en in 1676 van Nieu-Bon-Avontura. Hij bleef ongehuwd.

Zie: Balen, alsvoren, 1311.

Japikse

< >