NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Verrutius, hieronymus

betekenis & definitie

VERRUTIUS (Hieronymus), geb. te Groningen in 1546, overl. 3 Dec. 1601 en begraven in de Aa-kerk te Groningen, alwaar een grafschrift voor hem werd geplaatst. Hij was de zoon van Gerlacus V., den bekenden rector der Aa-school. Zijn studie volbracht hij aan fransche en duitsche hoogescholen; in 1568 was hij te Heidelberg (G. Toepke Matrikel der Univ. Heidelberg II, 45); hoewel zijn biografen een en ander mededeelen van zijn studietijd te Rostock, komt hij in het matrikelboek daarvan niet voor; geruimen tijd bleef hij te Parijs, Bourges en Douai. Als doctor iuris keerde hij in zijn vaderland terug, waar zijn vader reeds overleden was. Na den dood, in Aug. 1574, van den syndicus der Ommelanden, Peter van Zijl, volgde hij hem als zoodanig op. Dien post, waarin hij voortdurend, het laatst 26 Sept. 1600 weder voor 6 jaren, werd gecontinueerd, bekleedde hij tot zijn dood. Zijn eerste optreden betrof het in 1482 gesloten verbond tusschen de Ommelanden en de stad Groningen. Terwijl van Zijl zich steeds tegen het opzeggen van dat verbond door de Ommelanden had verzet, gaf Verrutius den raad een advies in te winnen over de vraag, of deze opzegging geoorloofd was. Toen dit gunstig luidde, had de opzegging plaats. ‘Daeruth gevolget een grote bitterheit der beider corporen tot uterste verdarff Jeroni Verutio sindico’, zegt Eppens in zijn Kroniek, 1,218. Inderdaad volgden op de opzegging voortdurende geschillen tusschen de Stad en Ommelanden, welke zoo hoog liepen, dat 1 Nov. 1577 een aantal ommelander heeren, die als afgevaardigden binnen de stad waren, gevangen gezet werden. Eerst na verloop van een jaar hadden allen hun vrijheid herkregen. In Dec. 1577 richtte Verrutius, die onder de gevangenen behoorde, een requestaan burgemeesters en raad van Groningen om ontslag. Tevergeefs, hij herkreeg eerst 14 Nov. 1578 door de vlucht zijn vrijheid. Alle inmiddels gevoerde onderhandelingen hadden niet tot overeenstemming geleid, de oneenigheden duurden tot de reductie van 1594, waarbij Verrutius voor de Ommelanden optrad. Met zijn vriend Wigbolt van Ewsum (zie I kol. 840) had hij zich in de tusschenliggende jaren van oneenigheid met kracht tegen de stad gekeerd. Het staan naast van Ewsum had hem het vertrouwen van velen ontnomen. Deze had hem in 1584 als één der uitvoerders van zijn testament aangesteld. Tal van malen heeft hij gedurende zijn loopbaan gezantschappen namens de Ommelanden vervuld, de meest belangrijke zendingen waren: in 1576 naar Brussel, in 1579 naar Antwerpen, in 1582 naar Utrecht en in 1586 en 87 naar den graaf van Leicester. Toen in 1584 in den nieuw opgerichten Raad van State geen vertegenwoordiger van de Ommelanden zitting had, omdat zij grootendeels in handen der Spanjaarden waren, beraadslaagden zij om Verrutius op kosten der provincie daar aan te stellen. Zijn bekwaamheden als gezant en als rechtsgeleerde worden ten zeerste geroemd. Oude biografen noemen van hem een Lexicon Juris (Parijs 1573), hetwelk mij niet bekend is.

Hij huwde in 1573 met Auck Pieters (overl. 1582) en in 1589 met Ath Hiddes dr. Metsema en had bij iedereen 6-tal kinderen.

Zie: De Kroniek van Abel Eppens tho Equart (Werken Hist. Gen. III: 27-28) register in voce; P.G. Bos, Het Groningsche Gild- en Stapelrecht (Gron. 1904) 277,338 v.v.; C.P.L. Rutgers, De gevangenschap der Ommelander Heeren in 1577 in Gron. Volksalmanak 1896 192-223; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XXIII (1902) 108-110; Gron. Volksalmanak 1910, 185; H.O. Feith, Register v.h. archief v. Groningen II, passim; M. de Haan Hettema en A. van Halmael Jr., Stamboekv.d. FrieschenAdel I, 31 en Nalezingen 2-4; Feith e.a., Grafschriften in stad en lande (Gron. 1910) 479; oudere literatuur bij J. de Wal, Nederl. stud. te Heidelberg en te Genève (Leiden 1865) 65.

van Kuyk

< >