NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Ursinus, johannes

betekenis & definitie

URSINUS (Johannes), Johannes des Ouxsijns ofdes Ourssijns, Jean des Ursins, gest. Dec. 1620 te Amsterdam, waar hij sedert 1599 predikant is geweest. Vermoedelijk was hij uit de Nederlanden afkomstig; althans een andere Johannes Ursinus, een verwant van hem, die in 1585 burger van Frankenthal werd, kwam uit Leiden, waar 15 Apr. 1603en2Nov. 1612ookals student: Joannes Ursinus Leidensis werd ingeschreven. In allen gevalle was hij geen zoon van den bekenden Zacharias Ursinus, die zulk een belangrijk aandeel heeft gehad in de totstandkoming van den Heidelbergschen Catechismus. Tijdens de jaren 1580-1584 stond hij als predikant te Iperen. Toen 10 Apr. van laatstgenoemd jaar die stad door Parma werd ingenomen, nam hij de wijk naar Frankenthal, waar men reeds spoedig van zijn diensten gebruik is gaan maken, en hem kort daarna ook beroepen heeft. Op aandrang van Franciscus Junius verwisselde hij in het najaar van 1594 die standplaats voor Utrecht; om zijn trouwe diensten vereerd met een dubbeldukaat. Dat het werk daar uiterst moeilijk was in dien tijd, ondervond hij reeds spoedig. Zijn opkomen voor het goed recht der Kerk in zake het beroepen van predikanten maakte, dat de magistraat hem al gauw een weinig goed hart begon toe te dragen. Toen in 1599, inzake een beroep van zekeren Bergerus, de overheid wenschte wat Ursinus - om diens ergerlijk leven - tegenwerkte, liep het zelfs op zulk een botsing uit, dat hij werd afgezet, waarop hij naar Amsterdam ging. In een verantwoordingsgeschrift gaf hij daar weldra een verdediging van zijn gedrag in 't licht, waardoor de kerkeraad te dier stede wel geheel bevredigd is geweest; althans het duurde niet lang, of hij heeft den auteur beroepen.

12 Juni 1585 trouwde Ursinus te Frankenthal met Tanneken, dochter van Willem Schoonjans. Uit dit huwelijk werden in de vluchtelingenkerk daar gedoopt: Anneken (14 Jan. 1588),enJoannes (8Aug. 1591), die vermoedelijk identiek is geweest met den 11 Mrt. 1613 te Leiden ingeschreven theologischen student Johannes Ursinus Franckendalensis.

Zie: M. Schoock, De bonis vulgo ecclesiasticis dictis (Gron. 1652) 503; Monatschriftdes FrankenthalerAltertumsvereinsXIII (1905) no. 12; F.W. Cuno, Franciscus Junius derAeltere (Amsterd. 1891) 153 vv, 344, 365, 366, 369; Kerkelijke Courant1896 no. 1; KerkhistorischArchief 1849, 63; F.L. Rutgers, Het kerkverband derNederlandsche Gereformeerde kerken (Amst. 1882) 74; G. Brandt, Historie der Reformatie (Amst. 1671-1704)1,787; II, 11 vv.; J.T ri gland, Kerkelijcke geschiedenissen (Leiden 1650) 802, 805; G.J. Vos Azn., Amstels Kerkelijk leven van de eerste 60 jaren der vrijheid (Amst. 1903) register in voce.

van Schelven

< >