TIMMERS (Paulus) de jonge, ged. te Rotterdam 9 Sept. 1622, overl. aldaar 15 Oct. 1692, was eveneens een zoon van Paulus Timmers den oude en van Maria van Dommelen (elders Maeyken Hansens genoemd). In 1662 treffen wij hem aan in de regeering van Rotterdam, 4 April 1673 werd hij als vroedschapslid gekozen; hij bekleedde dit ambt tot zijn dood.
Sinds 1673 was hij viermaal burgemeester en driemaal gede puteerde ter dagvaart. In 1677 werd hij als bewindhebber der O.-I.C. van de kamer Rotterdam gekozen en van 1685-1691 had hij zitting in het college der admiraliteit op de Maas. Bovendien heeft hij nog verschillende kleine stedelijke ambten bekleed. Hij huwde 3 April 1657 met Maria de Raet.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I.
Moquétte