NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Thomasz, jacob

betekenis & definitie

THOMASZ (Jacob), lid van de Waterlandsche Gemeente der Doopsgezinden te Amsterdam. Volgens het Memoriaal van Reinier Wybrandtsz werd in de vergadering der dienaren van voornoemde gemeente dd. 20 Dec. 1612 behandeld een brief van Jacob Thomasz ‘tot becladdinge van Hans de Rijs’, in die van 7 en 28 Juni 1613 de lasterreden van Jacob Thomasz ‘die hij soe montelijck tegen Jeme (de Ringh) als schriftelijck in de druck voor alle man seer onmatelijck vuytgesproken hadde’.

< >