SLICHER (Antonis), zoon van Wigbold S. en Elisabeth Spiegel, geb. te Amsterdam 1 Nov. 1655, gest. te den Haag 8 April 1745, werd 6 April 1671 ingeschreven als student te Leiden en promoveerde 2 April 1675. In 1680 advokaat van het college der Admiraliteit geworden, werd hij 23 Dec. 1684 burgemeester van Gouda en vervolgens 23 Dec. 1686 raadsheer in het Hof van Holland, welke betrekking hij gedurende 58 jaren bekleed heeft. Hij was twee maal gehuwd 1o. met Elisabeth van der Dussen (13Febr. 1685)en2o.metAletta Susanna Catharina Wierts (6Jan. 1704).
Behalve een Aanspraak aan de advocaten en procureurs ('s Grav. 1737) (Pamfl. Knuttel no. 17062), worden van hem geen rechtsgeleerde werken gemeld. Des te meer heeft hij zich geweerd ten opzichte van de houding tegenover de katholieken aan te nemen. Op reeds gevorderden leeftijd mengde hij zich in deze zaak en schreef Beredeneerde Waarschouwing over het tolereren der Roomsch-gezinde kerkdiensten in de Vereenigde Nederlanden. (Amst. 1719) (Pamfl. Knuttel no. 16462, Tweede dr. 1726 Pamfl. Kn., no. 16694). Slicher leverde hierin een pleidooi voor het aanstellen van een bisschop voor de katholieken n.l. een bisschop van Utrecht, waarbij S. blijkbaar dacht aan een oud-roomschen priester. Toen er enkele jaren later ernstig sprake was van het toelaten van een apostolischen vicaris, waarbij het de bedoeling der regeering geweest moet zijn om hier zoowel een roomschkatholieken als een oud-roomschen vicaris toe te laten, heeft Slicher zich in verschillende geschriften daartegen verzet. Zijne brochures, welke veel gelezen werden, zijn de volgende: Kortgeding' tegen die priesters en andere menschen, die hier te lande onder de Roomscatholyke ingesetenen de onrust stooken, (Leyden, 1725) (Pamfl. Kn. no. 16677); Collatie derinhoud van hetKortgeding.... Daarby koomen eenige verdere verklaaringen van de gedachten die in het eerste al te kort zijn geuit (Leyden 1726; Pamfl. Kn. no. 16696, 2de dr. 1727; Pamfl. Kn. no. 16740); Het ontdekte Slangetje, gedoken onder het kruid van zeker geschrift, geheten Memorie aan de .... Staten van Holland, z. afz. titel (1727) (Pamfl. Kn. no. 16743) en Vervolg van het Ontdekte Slangetje 's Grav. 1727) (Pamfl. Kn. no. 16744). Zijn meeste pamfletten zijn anoniem.
Portret zie Moes, Icon. Bat. no. 7256.
Zie: Adelsarchief 1900, 273 v.v. en W.P.C. Knuttel, De toestand der Nederl. Katholieken, II 103 v.v., 135 v.v.
Knuttel
