NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Schinkel, adrianus david

betekenis & definitie

SCHINKEL (Adrianus David), zoon van Adriaan Schinkel en Johanna Maria Schreuder, geb. te 's Gravenhage 17 Dec. 1784, gest. aldaar 25 April 1864. Hij werd opgeleid voor het drukkersvak, zoodat hij reeds op 20-jarigen leeftijd deelgenoot werd in de zaak van den drukker Teecklenburgh. Deze stierf plotseling in 1823, waarna Schinkel de zaak alleen voortzette. Tot 1845 bleef hij als drukker werkzaam; hij deed toen de zaak over aan de gebroeders Belinfante; sedert leefde hij alleen voor zijn studiën. Die studiën waren reeds voorjaren begonnen en strekten zich uit, behalve over de geschiedenis van zijn eigen familie, over die van de uitvinding van de boekdrukkunst, verder over het leven van Albrecht Dürer als houtgraveur en schrijver, van Frans van Mieris den jonge als penningkundige en teekenaar, vooral van Constantijn Huygens en zijn geslacht. Zijn krachtige werkzaamheid openbaarde zich vooreerst in het aanleggen van een uitgebreide en kostbare bibliotheek, gelijk particulieren er weinig in de negentiende eeuw hebben bezeten. Die boekerij bestond uit: 1o. ruim 250 handschriften van de dertiende eeuw af, over godgeleerdheid, kerkgeschiedenis, rechtsgeleerdheid, wijsbegeerte, natuurkunde, krijgswezen, kunst, letterkunde, geschiedenis, heraldiek, genealogie, numismatiek; daaronder waren kostbare geïllumineerde getijdenboeken, alba amicorum, handschriften van Huygens, van Mieris, van Alkemade, Oudaen, Bilderdijk

e.a.; 2o. een groote verzameling belangrijke, voor een deel zeer zeldzame incunabelen, gedrukt in Noord- en Zuid-Nederland, ook in Duitschland, Italië en Frankrijk; 3o. een groote collectie gedrukte boeken over theologie, rechtsgeleerdheid, geschiedenis, kunst, letterkunde en verschillende wetenschappen; daaronder waren zeer veel boeken over vaderlandsche geschiedenis 'n ruimen zin, over schilders en graveurs, zeer veel uitgaven van dichters en prozaschrijvers; een afzonderlijke afdeeling werd gevormd door boekdrukkunst en bibliographie; 4o. ongeveer 400 autographen van vorsten, veldheeren, zeehelden, staatslieden, geleerden, dichters, kunstenaars, drukkers enz.; 5o. een verzameling portretten van beroemde mannen, waaronder Wittiana en portretten van nederlandsche dichters; 6o. ongeveer duizend gouden, zilveren en bronzen munten en penningen; 7o. een museum van ongeveer honderd schilderijen en ongeveer tweehonderd teekeningen, waaronder van de beste meesters; 8o. een museum van kunstvoorwerpen, waaronder van historische beteekenis; onder de rijke verzameling bekers waren van de gezusters Visscher. De geheele verzameling is in 1864 in drie gedeelten in den Haag verkocht, eerst de boeken en handschriften, daarna de munten en penningen, eindelijk de schilderijen en teekeningen (vgl. de catalogi).

Schinkel heeft zelf weinig gepubliceerd, maar was steeds bereid wetenschappelijken arbeid van anderen, waarin hij belang stelde, op uitnemende en duurzame wijze te drukken en uit te geven. Zoo was hij met zijn vrienden Noordziek en Abr. de Vries overtuigd van het goed recht van Laurens Jansz. Coster en deed over dezen en zijn uitvinding heel wat het licht zien; zelf gaf hij Tweetal bijdragen betrekkelijk de boekdrukkunst ('s Grav. 1844). Zeer veel heeft Schinkel ook gedaan voor de geschiedenis der middelnederlandsche letterkunde door den belangeloozen druk van de Aanteekeningen van van Wijn op Heelu, van Jonckbloet's Specimen, van diens Dietsche Doctrinale enz. Van zijn uitgaven maakte hij in den regel weelde-publicatiën, die hij aan zijn letterkundige vrienden vereerde. Zeer gaarne deelde hij ook uit zijn groote verzamelingen een en ander in druk mede; in den regel waren ook deze uitgaven niet in den handel; veel is zoo door hem van en over Huygens gepubliceerd: Opgave derhandschriften van Constantijn en Christiaan Huygens, benevens die handschriften, welke tot hen betrekkelijk zijn en vóór weinige jaren onder derzelver nakomelingen nog berustende waren ('s Grav. 1840); Bijdrage tot de kennis van het karakter van Constantijn Huygens, ontleend uit aanteekeningen wegens het beheer zijner goederen ('s Grav., Rott. 1842); Nadere bijzonderheden betrekkelijk Constantijn Huygens en zijne familie, alsmede eenige doorhem vervaardigde dichtstukjes ('s Grav. 1851); Nadere bijzonderheden betrekkelijk Constantijn Huygens en zijne familie. Tweede stuk ('s Grav. 1856). Ook over de zusters Vi sscher publ i ceerde Sch i nkel een en ander, o.a. Honderd Christelijke zinnebeelden naar Georgette de Montenay.... door An n a Roemers Visscher, uitg. naar het oorspr. handschrift ('s Grav. 1854). Onder zijn werken verdient ten slotte te worden genoemd de door hem zelf vervaardigde catalogus van een deel van zijn bibliotheek: Handschriften en oude drukken (incunabelen), deel uitmakende van de kunst- en etterverzamelingen van A.D. Schinkel ('s Grav. 1853), waartoe Campbell zijn medewerking verleende. Schinkel was20 Oct. 1824 gehuwd met Maria Anna van der Lugt, die hem in 1837 ontviel.

Zie: Noordziek in Levensb. Lett. 1865, 24 vlg. (met bibliographie).

Brugmans

< >