NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Pietersz, claes

betekenis & definitie

PIETERSZ. (Claes), als schrijver zich in 't latijn noemende Nicolaus Petri Daventriensis, geb. vóór het midden van de 16e eeuw te Deventer, overl. te Amsterdam in 1602. Reeds vóór 1567 heeft hij zich als schoolmeester te Amsterdam gevestigd, waar hij vooral als rekenmeester opgang maakte, en in genoemd jaar een hollandsch rekenboekje in het licht gaf.

Dit zeldzaam geworden boekje is in meer dan één opzicht merkwaardig, het is het oudste algemeen verspreide rekenboekje in de volkstaal, en is tevens het oudste noordnederlandsche boek in de zoogenaamde civilitéletter gedrukt, met een titelblad dat naar eene penteekening in hout gesneden is. In 1576 volgde eene handleiding voor het boekhouden, ook weer, afgezien van een reeds vrij wel vergeten vlaamsch werkje, het oudste leerboek voor dit vak in het nederlandsch. Ook dit werk is als uitgaaf merkwaardig, daar het te Amsterdam in het licht kwam in den tijd toen deze stad de zijde van Spanje hield, en van het overige Holland nagenoeg geisoleerd was. In die jaren heeft de pers te Amsterdam bijna niets voortgebracht; de eenige drukker, die nog werkzaam was, Harmen Jansz. Muller, metClaes Pietersz. bevriend, gaf deze handleiding in het licht. Zij beleefde twee herdrukken in 1588 en 1595, de Arithmetica eveneens twee, in 1590 en 1606. De beide onderwerpen zijn op-

nieuw behandeld in een zeer verbreid handboekje, de Practicque om te leeren rekenen, cijpheren ende boeckhouwen enz., waarin ook de ‘regel cos’ d.i. algebra, en de geometrie zijn opgenomen, het oudste nederlandsche algemeene wiskundeleerboek. Het verscheen in 1583, en werd herdrukt in 1591, daarop nagedrukt te Alkmaar in 1596, weer door den schrijver in 't licht gegeven in 1598, en nog weer herdrukt in 1605 en 1635. Tijdgenooten en lateren schreven er veel uit af. J.R. Brasser nam in 1663 nog de geheele afdeeling geometria in zijn werk Regula cos over. Nog een ander onderwerp werd door hem voor het eerst in het nederlandsch behandeld: hij schreef in 1588 eene handleiding bij het gebruik van de hemel- en aard-globe.

Globe's, vóór dien tijd wel in ons land vervaardigd, maar nog slechts in handen van weinigen, waren toen voor 't eerst door Jacob Floris in den handel gebracht, en vonden bij de toenemende aandacht voor geografie en zeevaart, groote belangstelling. Het onderwijs van Claes Pietersz. te zamen met zijn boekje heeft hiertoe zeker krachtig meegewerkt. Hij was vol geestdrift voor het onderwerp, en heeft zich tweemaal (1583 en 1595) voor de titelbladen van zijne handboekjes door den beroemden graveur Hendrik Goltzius laten afbeelden, bezig met eene demonstratie op de globe; het laatste portret is nog gecopieerd in 1603. Boven de portretten leest men de spreuk ‘L'homme propose, Et dieu dispose’. In 1584 had hij eene heftige polemiek met Willem Goudaente Haarlem, die in 1581 een geometrisch vraagstuk aan de kerk had doen aanplakken met uitloving van een prijs, en de oplossingen van mannen als Ludolf van Keulen en Claes Pietersz. niet alleen doodzweeg, maar zelfs een tweede vraagstuk van gelijksoortigen aard, hem door den laatste toegezonden, weer als zijn eigen werk aanplakte (1583), en daarna in een boekje dat verloren is zijne bestrijders heftig aanviel. De tegenschriften van beiden zijn bewaard, en geven van de wijze van behandeling van wiskundige vraagstukken in dien tijd een levendig beeld.

Na het verschijnen van het boek over de globes kwam een critiek daarop in 't licht van de hand van den bekenden Adriaen Thoenisz. te Alkmaar (kol. 156), waarop in de voorrede van de Arithmetica van Claes Pietersz. weer een zeer heftig antwoord volgde. Behalve de genoemde werken gaf hij nog een paar kleine handleidingen voor maten en munten in het licht. Hij stierf in 1602; naar't schijnt was zijne zuster Neel zijn eenige erfgenaam; zijn boeken en instrumenten werden 3 April 1603 verkocht. Als gevierd meester, in den tijd dat wis- en sterrekundige studies hier een groote vlucht namen, heeft hij eene niet geringe beteekenis. Met groote waardeering spreken zijne tijdgenooten als Ludolf van Keulen en Adriaen van Rome van hem.

Zie: C.P. Burger Jr., Amsterdamsche rekenmeesters en zeevaartkundigen in de 16e eeuw, (1908) VI en 1 en volg. (De Amsterd. boekdrukkers III); H. Bosmans, S.J. in Annales de la Soc. scientif. de Brux. XXXII, 2e part., en in Revue des Questions scientifiques Oct. 1908.

Burger

< >