NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Pas, cornelius

betekenis & definitie

PAS (Cornelius), geb. 27 Febr. 1804 te Rotterdam, overl. 23 Mrt. 1883 te Raalte. Na het voltooien zijner theologische studiën te 's Heerenberg werd hij 23 Sept. 1826 te Munster priester gewijd voor het district Salland en 10 Oct. 1826 benoemd tot kapelaan te Kolmschate.

Van 17 Oct. 1830 afwas hij hoogleeraar in de leerstellige godgeleerdheid aan het seminarie te 's Heerenberg en sinds April 1837 tevens president dier inrichting. Na de opheffing van het seminarie in 1842 werd hij 25 Mei 1843 benoemd tot pastoor te Raalte; na het herstel der hiërarchie (1853) werd hij tevens aangesteld tot examinator synodalis, 20 April 1864 bovendien tot deken van het dekenaat Deventer.

Zie: het Oud Archief van het Aartsbisdom Utrecht (in de Aartsb. Curie te Utr.) no 151a; het archief van genoemd Aartsbisdom: Registrum Pastorum; Bibliotheek v.h. semin. te Culenborg: Registerder 's Heerenbergsche studenten (zal waarschijnlijk naar het Oud Arch. v.h. Aartsb. Utr. worden overgebracht).

Smeets

< >