NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Pampis, pieter]

betekenis & definitie

PAMPIS (Pieter), clavecimbelmaker te Amsterdam, verkrijgt 18 Febr. 1626 octrooi van de Staten-Generaal op zijn uitvinding om orgels en klavieren automatisch te doen spelen door middel van een ton met pennen. 13 Oct. 1627 (oude stijl) wordt door hem een notarieele verklaring afgelegd,

dat Willem Diaken (zie kol. 389) te Utrecht de inventie namaakt. 13 Juli 1628 verklaren Willem Jansz. en Dirk Jansz. Sweelinck, organisten van de Nieuwe en van de Oude kerk te Amsterdam, dat zij de uitvinding van Pampis inderdaad voor origineel houden.

Zie: Oud-HollandV (1887) 72; Tijdschriftmuziekgesch. IV (1894) 55; Amsterdam in de 17e eeuw. muziekleven 100.

Enschedé

< >