NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Meerman, mr. gerard of gerrit

betekenis & definitie

MEERMAN (Mr. Gerard of Gerrit), geb. 6 Dec. 1722 te Leiden (van der Aa en Elias, De Vroedschap van Amsterdam II, 719 zeggen ten onrechte, dat hij te Delft geboren is), overl. 15 Dec. 1771 te Aken, was een zoon van Mr.

Johan Meerman en Catharina Adriana de la Court. Hij werd 28 Sept. 1734 te Leiden als student ingeschreven met de bijvoeging Lugduno-Batavus in het gedr. Alb. Stud zijn ouderdom wordt daar abusievelijk opgegeven als 17 jaar. 22 Juni 1741 promoveerde hij in de rechten op een dissertatie: Diatriba antiquario-juridica inauguralis exhibens nonnullas de rebus mancipi et nec mancipi earumque nuncupatione conjecturas. Hij vestigde zich in 1743 in den Haag, maar begon kort daarop een studiereis, die tot 1747 duurde. In 1748 werd hij benoemd tot pensionaris der stad Rotterdam (23 Oct. 1748 aldaar poorter geëed), welk ambt hij bleef waarnemen tot 1766, toen hij op verzoek eervol ontslag verkreeg.

Hij was een groot liefhebber van geschiedenis en letteren; ook was hij de eerste, die het rotterdamsch archief systematisch ordende. In 1766 gaf hij een gedrukte lijst van den inhoud uit. Zijn bibliotheek, rijk aan handschriften en oude en zeldzame drukken, was zeer vermaard. Hij was lid van verschillende binnen- en buitenl. geleerde genootschappen. Sinds 1767 was hij meesterknaap der houtvesterij van Holland en Westfriesland. Ook werd hij door den Keizer tot baron van het roomsche rijk benoemd; hij was ambachtsheer van Vuren en Dalem.

In 1759 werd hij met Mr. Jacob Boreel Jansz. en Mr. Jan van de Poll als Minister van Staat door de Staten-Generaal naar Engeland afgevaardigd (Blok, Gesch. v.h. Ned. VolkVI, 270 en 289 noemt ten onrechte het lid van het gezantschap, Meerman, een Amsterdammer). Hij huwde 25 Oct. 1750 (van der Aa heeft abusievelijk 27) te's Gravenhage Maria Catharina Buijs.Zijn hoofdwerken zijn: 1. Novus Thesaurus Juris civilis etcanonici, continens varia et rarissima optimorum interpretum, imprimis Hispanorum et Gallorum Opera ex collectione etMuseo Gerardi Meermanni, een verzameling der werken

van fransche en spaansche rechtsgeleerden tusschen 1751 en 1755 in 7 fol. deelen te 's Gravenhage uitgegeven, en negen jaren na den dood des schrijvers, in 1780, door zijn zoon Mr. Johan Meerman met een achtste deel of supplement vervolgd. 2. Origines typographicae (Hagae Com. 1765), door H.Gockinga in het nederlandsch vertaald (Amst. 1767); 3. Gerardi Meerman etdoctorum virorum ad eum epi stolae atque observationes de Chartae vulgaris sen lineae origine (Hagae Com. 1767), door J. van Vaassen in het nederlandsch vertaald. 4. Specimen calculi fluxionalis, quo exhibetur generalis Methodus duarum pluriumve quantitatum variabilium in semet multiplicatarum Fluxiones etFluentes cujuscunque ordinis ope serierum infinitarum adinveniendi (L.B. 1742); 5. Specimen Animadversionum criticarum in Caii jcti Institutiones etc. (Mantuae Carpetariorum 1743.

Sec. curis auctius, Lut. Par. 1747). Dit werk werd in Duitschland buiten zijn

weten tweemaal nagedrukt; daarom bezorgde hij te Parijs een nieuwe uitgaaf in 8o. Ook vindt men het in Deel VII van zijn Thesaurus Juris civil6. Conspectus Novi Thesauri luris civilis et canonici etc. (Hagae Com. 1751). 7. Animadversiones in Anthologiae Latinae Epigramm. Lib. V. 8.

Conspectus originum typographicarum proxime in lucem edendarum in usum amicorum typis descriptus (s.l. 1761). Uit zijn bibliotheek werd uitgegeven: Ant. Goveani Opera juridica, philologica, philosophica ex bibliotheca Ger. Meermanni edidit vitamque auctoris praemisitJ a c. van Vaassen (Roterod. 1766).

Zijn portret door J.B. Perronneau in het Museum Meermanno-Westr. te 's Gravenhage is gegraveerd o.a. door J. Daullé. Ook op zijn grafmonument in de St. Pieterskerk te Leiden staat zijn buste.

Zie: Mr. Gerard Meerman en de Meermanstraat van J.H. S(c heffer) in het Zondagsblad van Rotterdam; Gerh. Meerman in Gel. Europa II, 377; W.G.C. Byvanck, Sentimenteele anecdote uit de 18e eeuw: Liefdesbrieven van G.

Meerman in de Gids 1898, III, 340. Als oudere literatuur over hem noemen wij: Wagenaar, Vad. Hist. XIII, 279; Wagenaar, Brieven 103-111; van Wijn, Nalezing op Wagenaar II, 447-448.

Wiersum

< >