NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Maritz, david

betekenis & definitie

MARITZ (David), geb. te Genève 19 Apr. 1746, gest. te Leiden 22 Jan. 1827, zoon van Samuel Maritz, beroemd zwitsersch geschutgieter, en van Anna Mussart, uit welk huwelijk ook sproot Johannes Maritz, die volgt. Hij was directeur der geweerfabriek te Culemborg.

< >