NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Koning, jan jacob

betekenis & definitie

KONING (Jan Jacob), praeceptor aan het gymnasium te Amsterdam, waar hij 25 Mrt. 1848 op ruim 40-jar. leeftijd overl. Hij had aan hetathenaeum illustre dezer stad in de letteren gestudeerd, waarin hij den graad van candidaat behaalde, en schreef o.a.: Vossianae Syntaxeos Epitome in usum tironum (2de dr. 1837) en Latijnsche scholen. Privaatonderwijs (1844). Koning was een aantal jaren mederedacteur en secretaris van de Symbolae Literariae.

Zie: Misc. phil. et. paedag. 1849, 199.

Zuidema

< >