NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Kluit, mr. willem pieter sautijn

betekenis & definitie

KLUIT (mr. Willem Pieter Sautijn), zoon van Hendrik Sautijn Kluiten Maria van Lelyveld, geb. te Amsterdam 29 Oct. 1838, gest. aldaar 19 Sept.

1894. Hij kwam in 1851 aan het Amsterdamsche gymnasium; 12 Sept. 1857 werd hij als student in de rechten te Leiden ingeschreven; 10 Juni 1863 promoveerde hij op proefschrift Geschiedenis en invloed van het Continentaalstelsel op den staatkundigen en maatschappelijken toestand van Europa (Amst. 1863), dat nog altijd zijn waarde heeft behouden. Hij vestigde zich daarna als advocaat te Amsterdam, maar gevoelde voor dat beroep niet veel sympathie; hij heeft zich dan ook meestal beziggehouden met maatschappelijken arbeid en met historische studie. Als vrucht daarvan verscheen al spoedig DeAmsterdamsche beurs in 1763 en 1773. Eene bijdrage tot de geschiedenis van den handel (Amst. 1865), dat deze belangrijke stof afdoende behandelt. Een verwant onderwerp behandelde hij in De tulpen en hyacinten-handel, 1634-1637 en 1733-1734 (Hand. en Med. der Maatsch. derNed. Lett. 1866,1 vlg.). Hij had toen echter reeds de richting gevonden, waarin hij verder zijn geheele leven zou gaan en die hem een unieke beteekenis op historisch gebied gaf, die van den kundigen en op zijn terrein door niemand geëvenaarden geschiedschrijver der nederlandsche dagbladpers. In 1865 begon hij de lange reeks van studiën met een Bijdrage omtrent de Fransche Amsterdamsche en Leidsche couranten (Nyhoffs Bijdr. v. vad. gesch. en oudh. Nieuwe Reeks IV, 28 vlg.), die eerst eindigde met het nagelaten geschrift, De geschiedenis der Nederlandsche dagbladpers van hare opkomst tot 1813 (Bijdr. v.d. gesch. v.d. Ned. boekh., dl. VII), waarin hij zeer veel resumeerde van hetgeen hij in vroegere studiën had medegedeeld. Het is onmogelijk ook maar zijn voornaamste studiën te noemen; van den omvang van Sautijn Kluit's onderzoek krijgt men een denkbeeld door de mededeeling, dat het getal van zijn artikelen over deze materie 70 en dat der behandelde couranten en andere periodieken niet minder dan 270 bedraagt. Opmerking verdient evenwel, dat Kluit zich in hoofdzaak bepaalde tot de uitwendige geschiedenis der couranten en dat haar maatschappelijke beteekenis weinig zijn aandacht trok. Hij was ambteloos en ongehuwd, Zie: Du Rieu in Levensb. Lett. 1896,1 vlg. (met bibliographie); Sautijn Kluit in Nav. 1892, 341 vlg.

Brugmans

< >