JUYNBOLL (Abraham Wilhelm Theodorus), zoon van den volgende, geb. te Franeker 3 Sept. 1833, overl. te Delft 4 Febr. 1887, studeerde sinds 1853 te Leiden, waar hij 27 Nov. 1863 tot theologiae doctor werd bevorderd na verdediging van een proefschrift Juda en de Assyrische macht (Leiden 1863). Reeds in 1861 had hij een deel van Jaqubi's geographisch werk Kitab al-boldan uitgegeven: Specimen ... exhibens Kitabo'l-Boldan (Leiden 1861).
In 1865 werd hij docent aan de indische instelling te Delft, waar hij onderwijs gaf in het javaansch, na den dood van S. Keyzer in het mohammedaansche recht. Sinds 6 Juli 1872 had hij den titel van hoogleeraar.
Over het mohammedaansche recht en de indische taalkunde schreef Juynboll opstellen in de Indische Gids, de Bijdragen tot de Taal-, Landen Volkenkunde van Ned.-Indië, en het Tijdschrif. voor Nederlandsch- Indië; in de Godgeleerde Bijdragen over hebreeuwsche letterkunde. In 1879 verscheen zijn editie van een mohammedaansch rechtsboek: At-Tanbih auctoreAbu IshakAs-Shirazi (Leiden 1879).
Hij huwde te Rotterdam 19 Mei 1865 W.M.C. Schadee.
Levensberichten vindt men in Nederl. Spectator 1887, 79 (tevens bibliografische opgaven) en in Tijdschr. v.N.-Indië 1887, I, 138.
Wensinck
