IJSENBEEK (Daniël), geb. te Harlingen 1784, overl. te Alkmaar 28 April 1859, zoon van KlaasIJ.enDoete Spannenburg, werd doopsgezind predikant te Oosten West-Graftdijk, te Alkmaar beroepen 22 Dec. 1808, intredende 26 Maart 1809, emeritus geworden 1 Oct. 1854. Hij huwde in Juli 1809 te Amsterdan met Geertruida Hendrica Alofsen, die hem overleefde met 3 dochters, waarvan 2 gehuwd waren, Onder de silhouetten van Barbiers komt ook de zijne voor.
Van hem heeft het licht gezien;Leerrede tergedachtenis van mijnen Vijf-en-Twintig-Jarigen Evangeliedienst in deüoopsgezindegemeente vanAlkmaar(Alkm. 1834); BijbelschHandwoordenboek van zedelijke Voorbeelden en Onderwerpen ontleend aan de schriften des O. en N. Verbonds en eenige uitgezochte plaatsen derApocryfe Boeken (Amst. 1838); BijvoegseltothetBijbelsch Handwoordenboek (Ti el 1846); Bijdragen totde geschiedenis derDoopsgezinden en derzelver Volkplantingen in het zuidelijk gedeelte van Rusland, naar het hoogduitsch vrij gevolgd en met eenige aanteekeningen vermeerdert (Hoorn 1848); Leven- en Karakterschetsen van min algemeen bekende Hoogduitsche Geletterden, voornamelijk van Dichters uit de XVIIde en XVIIIde Eeuw. Het Hoogduitsch vrij gevolgd en met eenige Aanteekeningen verrijkt (Hoorn 1850).
Bru i nvis
YSSEL (Willem), overl. Nov. 1717 te Deventer. Hij nam deel aan de meeste wapenfeiten van den Spaanschen Successie-oorlog, o.a. aan het beleg van Luik in 1702. Bij de belegering van Ostende in 1706 werd hij in den nacht van 28 op 29 Juni gewond. In hetzelfde jaar commandeerde hij de belegerings-artillerie voor Menen. Op 20 Jan. 1679 kreeg hij het bevel over een compagnie artillerie, 6 Aug. 1693 werd hij benoemd tot majoor, 2 Nov. 1705 tot kolonel en 22 Aug. 1710 tot brigadier. 4 Juni 1713 kwam hij met zijn compagnie te Deventer in bezetting.
Behalve Willem kent men nog Hendrik en C hristoffe l Y. die in 1643 kanonniers waren. De eerste overleed 1661. De familie Yssel de Schepper stamt van een van hen af. Voorts Hendrik die luitenant-kolonel en controleur der artillerie was in 1702, Willem, majoor 15 Dec. 1702, luitenant-kolonel in 1704, Johan, kapitein in 1687, Christoffel Johan, kapitein in 1710. Christoffel kapitein in 1723, luit.-kolonel in 1744. Deze was bij. Fontenoy in 1745 en te Brussel tijdens het beleg van 1746 waar hij krijgsgevangen werd.
Zie: Bosscha, Heldend. te Land II, 244, 293, 294, 524; Kuypers, Gesch. der Nederl. Artillerie II, 72 passim; III, 84, 85.
Eysten
Zoesius, Nicolaas
ZOESIUS (Nicolaas), van Zoes, geb. te Amersfoort 1564, overl. 1625, 22 Aug. te Leuven, begraven in het koor van de kathedraal in den Bosch), was de 5e bisschop van 's Hertogenbosch sedert de oprichting der bisdommen in de Nederlanden door Philips II. Uit eene zeer aanzienlijke familie gesproten, waarvan vele leden de rechtsgeleerdheid op bijzondere wijze beoefend hebben, legde zich ook Nicolaas van Zoes te Leuven op de juridische wetenschap toe. Nadat hij het licentiaat in de rechten verkregen had, liet hij zich later priester wijden en werd toen geheimschrijver van den bisschop van Doornik, Joannes Venduille. In deze stad verkreeg hij weldra de waardigheden van kanunnik der kathedrale kerk en van officiaal.
Om zijn practische bekwaamheid en zijn hoogen kerkelijken rang benoemde hem de koning van Spanje tot raadsheer in den Grooten Raad van Mechelen. In Maart 1615 volgde zijne bevordering tot bisschop van 's Hertogenbosch, van welke waardigheid hij 10 Mei d.a.v. bezit nam.
Hij was de eerste bisschop van den Bosch, de in zijne kathedraal van St. Jan gewijd werd. De aartsbisschop van Mechelen verrichtte de wijding, die door drie andere bisschoppen n.l. van Antwerpen, van Roermond en van Gent werd bijgewoond.
Zoesius bestuurde zijn bisdom met veel toewijding en verhief de stichting Postel tot klooster 1615-16. Hij beval, dat de dekenen en geestelijken geregelde bijeenkomsten zouden houden, om over de hun toevertrouwde kerkelijke belangen te beraadslagen en richtte met veel beslistheid - tegenover de daartegen in verzet komende fraters - een degelijk seminarie te 's Hertogenbosch op (1617-1622). Dit viel den bisschop des te gemakkelijker, naarmate hij reeds vroeger - als raadsheer van Mechelen -
ook te Leuven aan de universiteit een seminarie opgericht had, dat later den naam van ‘Collegie van den Bosch’ voerde, en dat tot de fransche revolutie bestaan heeft. In 1598 gaf hij te Douai een boek uit, getiteld: Vita Joannis Venduillii Episcopi Tornacensis.
Zijn portret bestaat in een anonieme gravure in Le Roy's Groot Kerkel. Tooneel van Brabant.
Vgl. J.A. Coppens, Nieuwe Beschrijving van het Bisdom van 's Hertogenbosch I, 245-51; L.H.C. Schutjes, Kerkelijke Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch II, 118 v.v.
Smits