HOEKZEMA (David), leeraar aan 't gymnasium te Groningen, geb. 28. Juli 1822 ald. en overl. 24 Nov. 1881 te Godesberg a.d.
Rijn. Hij ontving zijn opleiding aan 't bekende instituut van Dr. H.J. Nassau te Assen, tegelijk met zijn latere collega's J.A. Wynne en J.W. Renssen, studeerde te Groningen in de classieke letteren, waarin hij het candidaatsexamen aflegde, en wijdde zich vervolgens uitsluitend aan de beoefening der moderne talen. In 1851 werd hij tot docent hierin aan bovengenoemd gymnasium benoemd. Hij schreef o.a.: Gleanings trom English prose (1850; 11de dr., herz. door Iz. Gorter en A.
Picnot, 1909) en Gleanings trom English poetry (1863; 6de dr., herz. door dezelfden, 1904). Vroeger had hij gegeven een Recueilde pièces instructives etamusantes (1844) en Matériaux biographiques et autres pour servir à l'étude de la litterature Française (2de dr. 1875).
Zuidema