HEININGIUS (Henricus) (2), overl. te Tholen Nov. 1612, beg. 16 Nov., waarschijnlijk zoon van den voorgaande, moet in 1586 uit Harderwijk (dus als proponent) te
Serooskerke zijn gekomen, was sedert 1 Febr. 1587 te Tholen. Op 24 Febr. werd aan hem betaald: 400 gld. voor traktement
en huishuur, 12 gld. voor verhuiskosten. Hij schreef en onderteekende den brief aan Prins Maurits, die het advies der predikanten van Tholen bevatte over de voorgestelde vragen nopens den vredehandel met Spanje. Aug. 1588 trad hij mede op in de zaak van Gijsbertus Samuels. Wij vinden hem als predikant van Tholen op de zeeuwsche Synode te Middelburg van 1 Febr. 1591, van 19 en 20 Oct. 1593 en te Goes van 15-18 Apr: 1597. Als scriba der laatste Synode schreef hij wederom een brief aan Prins Maurits op 19 April over den kerkdienst binnen Steenberghe. In deze dagen was hij sedert lang (22 Dec. 1596) beroepen tot eersten 7en predikant te Middelburg, en had hij van de classis Tholen een loffelijk attest met dank voor bewezen diensten ontvangen; maar eerst 8 Juni 1597 werd hij bevestigd.
Zie: Navorscher LVIII (1909)515v. en de daargenoemde bronnen; Stud. enBijdr. Hist. Theol. IV (1880) 368; Reitsma en van Veen, Acta V, 13 v.v., 35, 37, 43, 190; Troffelen Zwaard III (1900) 116; Kerkel. Handboek 1909 Bijl. 138, 147, 149.
Knipscheer