GRONOVIUS (Abraham), geb. te Leiden 24 Juni 1695, overl. aldaar 18 Aug. 1775; zoon van den volgende. In 1741 werd hij tot bibliothecaris van de leidsche universiteitsbibliotheek aangesteld en hij is dit tot aan zijn dood gebleven.
Hij wordt als een goed bibliothecaris geroemd en in den tijd, toen hij aan het hoofd stond, is de bibliotheek zeer vooruitgegaan. Na zijn dood is een groot deel van zijn boekerij, waarin de bibliotheek van zijn grootvader en vader gedeeltelijk waren overgegaan, (de handschriften zijn pas 1785 verkocht) aan de bibliotheek van de leidsche universiteit gekomen, waar zij als ‘Codices Gronoviorum’ bewaard worden (beschreven in Geel's Catalogus).Hij was Juli 1720 getrouwd met Dorothea Wynanda van Asch van Wijk.
Werken: M.Juniani Justini Historiae Philippicae c. nott. variorum (L.B. 1719, 3 voll.; L.B. 1760, 2 voll.). Diss. ad quatuorfragm. quae exAelii Marcianiprimo
Regularum libro in Pandectis supersunt (L.B. 1759); Pomponii Melae de Situ orbis ll. III (L.B. 1722, 1743, 1748); Aeliani de Natura Animalium ll.
XVII (Lond. 1744; L.B. 1759, 1760, 2 voll.): Cl. Aeliani VariaHistoriac. nott variorum et interpret, lat. Justi Vulteji (L.B. 1732); Varia geographica (L.B. 1739).
Van Abr. Gronovius bevinden zich talrijke onuitgegeven aanteekeningen in de leidsche univ. bibl., waaronder: Excerpta e bibliothecisAnglicis; Adn. ad Petronium; Adn. ad Gellium; Apparatus ad Catonem et Varronem de re rustca; Collectanea de Pseudo-Callisthenis codd.; Notae in Jamblichum.
Zie: Saxe, Onomasticon VI, 313; Sie genbeek, Gesch. Leidsche Hoogeschool II, 272, T. en B. 280; Molhuysen, Gesch. Univ. Bibl. Leiden (1905) 37 vlg.
Bierma