NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Frentzel, joachim

betekenis & definitie

FRENTZEL (Joachim), Frencelius, zoon van Andreas F. enUrsula Jenichen, geb. te Camenz (Duitschl.) 1611, overl. te Groningen 27 Maart 1669, tijdens een bezoek aldaar. Hij werd 1632 student te Franeker, en gaf er te gelijker tijd privaatlessen aan de zonen van Willem van Haren, met wie hij 1647-49 in Parijs was.

< >