NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Driessen, jan constantijn

betekenis & definitie

DRIESSEN (Jan Constantijn), zoon van Antonius (2) en van Margaretha Rijpma, geb. te Deventer 30 Juni 1790, overl. te Groningen 31 Jan. 1824; studeerde te Groningen (ingeschr. 27 Aug. 1806) en werd aldaar 6 Oct. 1814 met de kap bevorderd tot doctor in de wijsbegeerte, na verdediging eener Dissertatio chemico-physica inauguralis de auro fulminante (Gron. 1814) en 16 Jan. 1819 tot doctor in de geneeskunde met eene Disputatio medica inauguralis de phosphuria et diabete mellito (Gron. 1819). Hij was mededirecteur van het Natuur- en Scheikundig Genootschap in zijn geboorteplaats.

< >