DOLMANS (Matthaeus), dominicaan. Hij werd in 1673 geboren te Limmel, overl. 10 Jan. 1729; zijne ouders waren Petrus Dolmans en Ida Smedts.Te Maastricht trad hij in 't klooster en legde ook daar zijne religieuze geloften af, 28 Juli 1693.
Nadat hij in Spanje zijne theologische studiën had voltooid, werd hij professor in de wijsbegeerte aan het seminarie van Roermond tot 1709. Van daar ging hij naar Maastricht, waar hij tot prior werd gekozen en zijn redenaarsgaven ten volle ontwikkelde, bijzonder als controverse-prediker. Ruim twintig jaren verklaarde en verdedigde hij van den kansel de leerstellingen van het katholiek geloof en trok de toehoorders
door zijn welsprekend en overtuigend woord. In 1714, bij gelegenheid der plechtige heiligverklaring van Pius V, werd hij heftig door den predikant Menso Heydenryck aangevallen, doch bleef het antwoord niet schuldig. Niet minder krachtig weerde hij zich in een werk getiteld: De zekere onfeylbaerheyt der Roomsche Kerk en Pausen, niet alleen wegens geloofen zeden, maar ook in het canoniseren der Heyligen, vervolgens van onzen H. Vader en Patriarch Dominicus en den laatstbecanoniseerden H. Paus Pius V, onder blykelyk betoog van de regtveerdige ketterstraffen, gelyck ook dat de Waldensen en Albigenzen goddeloze ketters geweestzyn, tegen Menso Heydenryck, predicant der so genaemde gereformeerden
tot Maestricht. (Gedrukt bij Lamberti Bertus, in 8o. 577 blz.).
Wegens zijne verdiensten als predikant werd P. Dolmans benoemd tot praedicator generalis. Zijn geschilderd pertret is in de St. Servaaskerk te Maastricht.
Zie: V. Huntjens, Chronicon Conv. Mosaetraject. bew. d.G.A. Meijer, in Publ. de Limbourg XLVI, (1910) 82.
G.A. Meijer