NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Delruelle, lodewijk pascal

betekenis & definitie

DELRUELLE (Lodewijk Pascal), volksdichter in het maastrichtsch dialect, geb. te Maastricht in 1735 en daar overl. 30 April 1807, zoon van JeanenAnna Cath. Barchon.Hij was eerst ruim 20 jaar hulppastoor en daarna 25 Oct. 1783 pastoor der St.

Martinus-parochie te Wijk-Maastricht. Hij was zeer bemind bij zijn parochianen, had veel te verduren tijdens de eerste jaren van hetfransch bestuur in Limburg, 1794-1800, en moest wegens het weigeren van den eed vluchten, o.a. naar het kasteel te Geul, waar hij de kinderen van den rentmeester onderwees. Zijne gedichten, waarvan eenige in Maasgouw 1882, 629-635, 653-654, zijn uitgegeven en vele nog in handschrift te Maastricht in omloop zijn, getuigen van een goeden blik en kennis van het volksleven, dat hij geestig, wel eens al te realistisch, schetst, maar altijd vol leven en dramatisch.Zie: C. Mulleners in Maasgouw 1882, 629, 653.

Flament

< >