CROM (Thomas), geb. te Brussel 19 Maart 1601, Jezuïet 16 Sept. 1618, priester 1632, gest. 26 Oct. 1676 te Brussel. Van 1642-1649 was hij aalmoezenier op de vloot der Duinkerkers, daarna werd hij aangesteld als kapelaan van den spaanschen gezant bij de Staten, Antonie Brun. Aldus was hij de eerste Jezuïet, die zich, onder bescherming van Spanje, op de plaats vestigde, waar in de 19de eeuw de parochiekerk der Jezuïeten, de St. Theresia, te 's Gravenhage is ontstaan. Cr. deed de koninklijke kapel ook openstellen voor de katholieke Hagenaars, die alzoo beveiligd waren tegen een overval der magistraat. Maar in 1653 vermaanden H.G.M., bij monde van Jan de Witt, de ‘uitheemsche ministers’, om ‘binnen hare respectieve huizen geen sermoenen of andere geestelijke diensten te laten verrichten dan in haar eigen taal,’ terwijl tegelijkertijd de ingezetenen van het raadhuis af nogmaals herinnerd werden aan de straffen, die beloopen werden wegens het bijwonen van dergelijke vergaderingen. Vijfmaanden lang betrachtte nu Cr. de voorzichtigheid, maar daarna ging alles weer den ouden gang. Cr. bezocht ook de omliggende plaatsen, o.a. Schagen. De spaansche gezant verzette zich tegen het vertrek van Cr., toen deze benoemd was tot rector te Gent, zoodat Cr. eerst met diens dood (1654) de vrijheid tot vertrek verkreeg. Maar Cr. bleef nog tot 1655, om metvoorbeeldelooze opoffering de pestlijders bij te staan, en de kapel voor het publiek open te houden. Daarna nam hij zijn intrek bij de Jezuïeten, die in de Nobelstraat woonden, en vertrok vandaar nog in 1655 naar Aalst, waar hij rector werd en vervolgens naar Halle in dezelfde functie. Zijn laatste jaren sleet hij te Brussel.
Zie: Arch. Bisd. Utrecht III, 60; XI, 101; P.G. Bongaerts, DeSt. Theresiakerk ('s Gravenhage 1866) 23, 24.
Derks