CRALINGEN (Dominicus van), geb. omstr. 1520, overl. na 1573, zoon van Floris en van Margaretha van Rommerswaal, en kleinzoon van Gilles, die de kapel der Cralingen's in de Groote Kerk te Rotterdam heeft gesticht.
Van dezen D.v.C., laatsten afstammeling van zijn geslacht, was tot dusverre weinig bekend en ook Craandijk, die anders uitvoerig over deze familie uitweidt, deelt omtrent hem niet veel mede.