CLAESZ (Jan), geboren te Rotterdam, in 1600 was hij 18 jaar, voer uit met de schepen van Mahu en de Cordes als putger (‘grumete’) of scheepsjongen op de ‘Blijde Boodschap’; in Valparaiso gevangen genomen, legde hij in Callao de Lima
voor den spaanschen magistraat een verklaring af. Hij kon schrijven, want hij onderteekende zijn verklaring; hij was waarschijnlijk roomsch-katholiek.