NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Burman, frans (2)

betekenis & definitie

BURMAN (Frans (2), zoon van den voorg., geb. te Utrecht 15 Mei 1671, overl. te Amsterdam 22 Sept. 1719, studeerde te Utrecht, te Leiden (ingeschr. 7 Jan. 1688) en te Amsterdam (ingeschr. 12 Sept. 1692), werd 1695 predikant te Koudum en ging vandaar 1698 naar Brielle. Terwijl hij hier stond, werd hij in hetjaar 1702 benoemd, om als hofprediker de Staatsche gezanten naar Engeland te vergezellen, welke in last hadden koningin Anna wegens hare komst tot den troon te begroeten.

< >