BURGHIUS (Mattheus Adriaensz.), ook M. Adriaensz., M.
Adriani of M. Verburg genoemd, gest.1643 was van 1608 tot 1619 predikant te Zevenhuizen. Hij is als remonstrant afgezet. Op de zuidhollandsche Synode van 1618 was hij reeds niet verschenen, hetgeen de toorn der vergadering opwekte. De verontschuldigingen door eenigen uit de gemeente Zevenhuizen uit zijn naam ingebracht werden niet aangenomen ‘als synde frivole ende sonder fondament’. In 1619 zegt de Synode, dat hij ongezond was in de leer en ‘lasterlijk in zijne propoosten, noemende den catechismum een vleescheliken arm waerdoor men souckt de predicanten de tonghe uijt te halen om te sien, off daer gort op leijt’. Ook sprak hij geringschattend over de predikanten van Amsterdam en zeide, dat er velen in het Martelaarsboek stonden genoemd, die daar niet thuis behoorden. Met H. Slatius en Jac. Bontebal heeft hij een geschrift uitgegeven, waarin Calvijn een tyran werd genoemd, ‘twelck zij van Antwerpen als een monsterken hebben herdruckt’, waarvan de titel: J. Calvini tyrannien, scheldinghen ende leugenen (1616) door M.J.A.H.B.S.
Hij had verklaard, liever onder het juk van Spanje te willen zijn dan de leer van Calvijn aan te nemen. Hij zou ook nooit de nederlandsche geloofsbelijdenis hebben onderteekend, als hij ze te voren recht had verstaan. Reden genoeg tot afzetting.
14 Jan. 1610 heeft ook hij de bekende remonstrantie onderteekend. Op 30 Sept. tot 4 Oct. was hij ter vergadering te Antwerpen tegenwoordig. Ook onderteekende hij het derde vertoog aan de Staten na de samenzwering in 1623. Tideman vermeldt hem meermalen als remonstrantsch predikant tot in 1633, te Utrecht (1624), Gouda en omliggende plaatsen (1627), te Rotterdam (1630) en te Leiden (1632 en 1633). In Juni 1633 naar Alkmaar verplaatst, is hij aldaar gestorven. Hij heefteen legaat nagelaten, waaruit het laatst nog in 1806 een student kon onderhouden worden.
Zie: G. Brandt, Hist. der Reform III, 343,735v., 916; dezelfde, Bibl. der Rem. Geschr. (Amst. 1863) 149, 194, vergl. voorrede IVen 137 v.; Reitsma en van Veen, Acta III, 287, 314, 374 v. 421,442 v.; H.C. Rogge, Joh. Wtenbogaert II, 21; H.Y. Groenewegen, deRemonstantie (Leid. 1910); J.
Tideman, De stichtingderRemonstr. Broederschap (Amst. 1871-1872) I, 98, 292; II, 281,289, 291,313, 373, 385, 397, 404, 441,447, 458, 473; Kerk. Handboek 1878, 808; 1907, Bijl. 168.
Knipscheer