NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Buma, johannes

betekenis & definitie

BUMA (Johannes), geb. te Leeuwarden 1694, gest. 28 Juli 1756, zoon van den apotheker Nicolaas Buma, die hem eerst onderwijs liet geven op de Latijnsche school en daarna bij zich nam in de apotheek. Dorstend naar kennis beoefende hij de Spaansche, Italiaansche en Fransche taal.

< >