BROUWER (Jacob Dirksz. Groot, alias), zoon van den voorg. en van Luitjemoer Jacobsdr., geb. te Enkhuizen 1551, overl. aldaar 18 Maart 1635; geh. te Enkhuizen met Ludou Pietersdr.Hij was er kaptein der schutterij, vendel C., voogd v.h. ziekenhuis, aalmoezeniersvoogd, comm. echtstaat, en bewindhebber O.I.C. (eed
13 Jan. 1622). Ofschoon niet verbannen verliet hij, met zijn broeder Jan die ongehuwd te E. is overleden. en zijn vader en oom, vrijwillig het land om in Oost-Friesland de vervolging te ontgaan; teruggekeerd weerde hij zich dapper voor den overgang van Enkhuizen naar den kant van den Prins; hij werd met Buyskes dadelijk tot hopman gekozen en verjoeg de spaanschgezinden uit den Engelschen Toren.
In het jaar van zijn overlijden werd in de Zuiderkerk een nu nog aanwezige rouwkas opgehangen met inscriptie van J.H. Craeck, 1635, ‘Begraven leyt hier't lijf diens geest nu onbe-
dwongen’ enz. 19 regels. De Historie van Enkhuizen van Brandt bevat eene kopergravure hem voorstellend door H. Bary gesneden.
Zie behalve de algemeene werken: Siegenbeek Geschied, derBurgerw. in Nederland; Familie-archiefSemeyns; N. Knuivers, Oud Enkhuizen 1572 (Beverwijk 1872) en NoordHoll. Oudheden I (1891). de Vries van Doesburgh