NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Blijdenstein, albert jan

betekenis & definitie

BLIJDENSTEIN (Albert Jan), geb. te Enschede 15 Mrt. 1829, aldaar overl. 28 Febr. 1896, zoon van Benjamin Willem en Catharina ten Cate fabrikanten lid der firma Blijdenstein en Co. (opgericht te enschede in 1801). Lid v.d.

Provinc. St. v. Overijssel 1866-1878, lid v.d. 1e Kamer der St.Gener. 1878-1895. Als voorzitter v.d. ensch. Kamer v. Koophandel van 1879 tot 1895 was hij krachtig voorstander van de handhaving van het particulier initiatief en van den vrijhandel.

Hij was een der kundigste houtkenners en boschbouwers en een der eersten, die de ontginning van heide tot boschgrond op groote schaal ter hand nam. Hij was medeoprichter der Nederlandsche Heidemaatschappij in 1888 en haar voorzitter van 1889-96. Hij huwde te Enschede 8 Aug. 1853, Geertruid van Heek, geb. 1 Dec. 1832. ter Kuile

< >