NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Bendorp, carel frederik (1)

betekenis & definitie

BENDORP (Carel Frederik) (1), is in 1736 te Sasvan-Gent geboren als de zoon van Johann Christoph Bendorff, een uit het Eisenachsche komenden officier in staatschen dienst, en Maria Catharina Neukirchen, overl. te Dordrecht 3Oct. 1814. Nadat zijn vader in 1746 te Bergen-op-Zoom gestorven was, verhuisde zijn moeder in 1748 naar Dordrecht, waar hij in een glasfabriek kwam en 29 Oct. 1758 huwde met Elisabeth de Haas.

Ook nadat hij in 1769 naar Rotterdam verhuisd was, bleef hij glasblazer, maar zijn liefhebberij voor beeldende kunst, waarmede hij zich te Dordrecht reeds onder leiding van Wouter Uiterlimmige vertrouwd gemaakt had, vond te Rotterdam nieuw voedsel door zijn omgang met mannen als Hendrik Kobell en Dirk Langendijk, en toen hij later weer naar Dordrecht teruggekeerd was, wijdde hij zich geheel aan de kunst. Zijn vrouw stierf in 1780, in tweeden echt huwde hij zekere juffr. van Gelder.Hij heeft verschillende reeksen van gezichten te Rotterdam en Dordrecht 1784 en 1785 geteekend en geëtst. Naar teekeningen van J. Bulthuis heeft hij een groot aantal nederlandsche stadsgezichten gegraveerd, en ook naar Cuyp, van Goyen en Backhuysen heeft hij landschappen en zeegezichten in plaat gebracht. Op de prent, die hij gegraveerd heeft van het gevecht bij de Kattenburgerbrug te Amsterdam in 1787, staat zijn naam verkeerd K.J. Bendorp.

Zie: Navorscher III (1853) 24, 25; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler in voce.

Moes

< >