werkweek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: werk-week
1. het aantal uren dat men werkt per week
♢ wij hebben een 36-urige werkweek
2. week waarin leerlingen buiten school met een project bezig zijn
♢ groep acht gaat in oktober op werkweek
Zelfstandig naamwoord: werk-week
de werkweek
de werkweken
Gepubliceerd op 14-11-2017
werkweek
betekenis & definitie