vorst - zelfstandig naamwoord
1. het lager dan nul graden zijn
♢ de weerman voorspelt vorst en sneeuw
1. de vorst zit nog in de grond
[de grond is nog hard door bevriezing]
2. hoofd van een rijk
♢ Nederland heeft geen vorst, maar een vorstin
1. hij zit als een vorst
[heerlijk]
2. leven als een vorst
[in weelde]
Zelfstandig naamwoord: vorst
de vorst
de vorsten
Synoniemen
heerser
Gepubliceerd op 14-11-2017
vorst
betekenis & definitie