voorschot - zelfstandig naamwoord
uitspraak: voor-schot
1. wat je alvast krijgt, hoewel je er pas later recht op hebt
♢ ik kreeg een voorschot op mijn salaris
1. een renteloos voorschot
[waarover je geen rente hoeft te betalen]
Zelfstandig naamwoord: voor-schot
het voorschot
de voorschotten
het voorschotje
Gepubliceerd op 14-11-2017
voorschot
betekenis & definitie