vismarkt - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vis-markt
1. plaats waar in het openbaar vis verkocht wordt
♢ ik kocht een prachtig stuk kabeljauw op de vismarkt
1. je hebt het grootste gelijk van de vismarkt
[je hebt helemaal gelijk]
2. je bent hier niet op de vismarkt!
[dat zeg je als iemand hard schreeuwt]
2. de koop, verkoop of afslag van vis
♢ de vismarkt in IJmuiden is heel vroeg in de morgen
Zelfstandig naamwoord: vis-markt
de vismarkt
de vismarkten
Gepubliceerd op 14-11-2017
vismarkt
betekenis & definitie