uniform - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: u-ni-form
1. hetzelfde als bij iets anders
♢ de prijzen zijn uniform, je betaalt overal hetzelfde
1. voorgeschreven kleding voor mensen van een bepaalde beroepsgroep
♢ de politie heeft sinds kort een nieuw uniform met gele strepen
Bijvoeglijk naamwoord: u-ni-form
de/het uniforme ...
iets uniforms
Zelfstandig naamwoord: u-ni-form
het uniform
de uniformen
het uniformpje
Synoniemen
tenue
Gepubliceerd op 30-11-2017
uniform
betekenis & definitie