troep - zelfstandig naamwoord
1. rommelige, vieze boel
♢ ruim je troep toch eens op!
2. groep mensen of dieren die bij elkaar horen
♢ de troepen van generaal Eisenhower trokken Europa binnen
Zelfstandig naamwoord: troep
de troep
de troepen
Synoniemen
bende, mikmak, puinhoop, rommel, rotzooi, smeerboel, zootje
Gepubliceerd op 14-11-2017
troep
betekenis & definitie