trekker - zelfstandig naamwoord
uitspraak: trek-ker
1. voertuig met grote achterwielen dat iets kan trekken
♢ met een trekker sleepte hij de auto uit de sloot
2. onderdeel waaraan je moet trekken
♢ hij haalde de trekker van het pistool over
3. rubber veger
♢ met zemen lap en trekker maakte zij de ramen schoon
Zelfstandig naamwoord: trek-ker
de trekker
de trekkers
het trekkertje
Synoniemen
tractor
Gepubliceerd op 14-11-2017
trekker
betekenis & definitie