taak - zelfstandig naamwoord
1. wat je volgens jezelf en anderen moet doen
♢ het is jouw taak om de afwas te doen
1. een taak aanvaarden
[hem accepteren en uitvoeren]
2. zich iets tot taak stellen
[zich voornemen het te doen]
3. niet voor zijn taak berekend zijn
[niet bekwaam]
Zelfstandig naamwoord: taak
de taak
de taken
het taakje
Synoniemen
plicht
Tegenstellingen
recht
Gepubliceerd op 14-11-2017
taak
betekenis & definitie