stinken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: stin-ken
1. een vieze lucht verspreiden
♢ vlees dat bedorven is, stinkt
1. het stinkt hier!
[iemand zit over zichzelf op te scheppen]
Algemene uitdrukkingen:
1. erin stinken
[bedrogen worden, beetgenomen worden]
Onregelmatig werkwoord: stin-ken
ik stink
jij/u stinkt
hij/zij stinkt
wij/zij/jullie stinken
ik/jij/u/hij/zij stonk
wij/zij/jullie stonken
hij heeft gestonken
stinkend, stinkende
Synoniemen
rieken
Gepubliceerd op 14-11-2017
stinken
betekenis & definitie