stichten - regelmatig werkwoord
uitspraak: stich-ten
1. het laten ontstaan
♢ we gaan een gezin stichten
1. vrede stichten
[zorgen dat het vrede wordt]
2. verwarring stichten
[verwarring laten ontstaan]
Regelmatig werkwoord: stich-ten
ik sticht
jij/u sticht
hij/zij sticht
wij/zij/jullie stichten
ik/jij/u/hij/zij stichtte
wij/zij/jullie stichtten
hij heeft gesticht
de/het/een gestichte ....
Synoniemen
oprichten
Tegenstellingen
afblazen, beëindigen, liquideren, ontbinden, opheffen
Gepubliceerd op 14-11-2017
stichten
betekenis & definitie