soleren - regelmatig werkwoord
uitspraak: so-le-ren
1. als solist optreden
♢ de toneelspeler soleert in deze eenmansvoorstelling
Regelmatig werkwoord: so-le-ren
ik soleer
jij/u soleert
hij/zij soleert
wij/zij/jullie soleren
ik/jij/u/hij/zij soleerde
wij/zij/jullie soleerden
hij heeft gesoleerd
solerend, solerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
soleren
betekenis & definitie