schout - zelfstandig naamwoord
1. hoofd van gerecht en politie in vroeger tijden
♢ Amsterdam werd geregeerd door schout en schepenen
1. dat mag ik voorbij de deur van de schout dragen
[dat is geoorloofd, wettig]
Zelfstandig naamwoord: schout
de schout
de schouten
Gepubliceerd op 14-11-2017
schout
betekenis & definitie