reiken - regelmatig werkwoord
uitspraak: rei-ken
1. iets proberen te pakken
♢ hij reikte met zijn hand naar de lichtknop
Regelmatig werkwoord: rei-ken
ik reik
jij/u reikt
hij/zij reikt
wij/zij/jullie reiken
ik/jij/u/hij/zij reikte
wij/zij/jullie reikten
hij heeft gereikt
reikend, reikende
Gepubliceerd op 14-11-2017
reiken
betekenis & definitie