regen - zelfstandig naamwoord
uitspraak: re-gen
1. waterdruppels vanuit de wolken
♢ het hele weekend hadden we regen
1. een regen van prijzen
[heel veel prijzen]
2. na regen komt zonneschijn
[na een vervelende tijd komt een goede tijd]
3. van de regen in de drup
[je ontwijkt iets vervelends, en krijgt iets ergers]
Zelfstandig naamwoord: re-gen
de regen
het regentje
Gepubliceerd op 14-11-2017
regen
betekenis & definitie